Europese AI: Minder Bureaucratie, Meer Agentische Innovatie
Een oproep om EU-regelgeving om te zetten in een concurrentievoordeel

Europa pronkt graag met zijn rol als de “braafste jongetje” van de wereldwijde tech-regulering, met een focus op ethiek, privacy en verantwoordelijkheid. Maar nu de AI-revolutie in volle gang is, dreigt deze deugd een last te worden.
De baanbrekende AI-wet, met goede bedoelingen ontworpen om burgers te beschermen, dreigt nu juist de innovatie te verstikken die zij wilde begeleiden. De strenge eisen rondom auteursrecht, transparantie en risicobeperking creëren een verstikkende innovatieomgeving. Startups, die al moeite hebben om te concurreren met goed gefinancierde Amerikaanse en Chinese giganten, worden geconfronteerd met een doolhof aan juridische obstakels. Het gevolg? Een groeiende uittocht van talent, kapitaal en ambitie, waardoor Europa het risico loopt slechts een toeschouwer te worden bij de technologische verschuiving van onze tijd.
De inzet is nog nooit zo hoog geweest. Nu bedrijven zoals Apple, OpenAI, Meta en Anthropic steeds vaker geavanceerde AI-functies niet beschikbaar stellen aan Europese gebruikers uit angst voor regelgeving, verstevigt de VS zijn dominantie in fundamentele AI-modellen, terwijl China met pragmatisme (en minimale auteursrechtelijke zorgen) voorop loopt. Europa’s keuze is duidelijk: aanpassen of accepteren dat het irrelevant wordt.
Het Probleem: Hoe de AI-wet AI-innovatie tegenhoudt

De meest controversiële eis van de AI-wet, namelijk dat ontwikkelaars moeten bewijzen dat hun modellen zijn getraind op auteursrechtvrije of openbaar gelicentieerde data, klinkt in theorie redelijk. Maar voor startups is dit een logistieke en financiële nachtmerrie. Het doorlichten van gigantische datasets op auteursrechtelijke naleving is een bijna onmogelijke taak, die alleen kapitaalkrachtige bedrijven zich kunnen veroorloven.
En dat is nog maar het begin. De brede definitie van AI binnen de wet legt een wijdverspreid reguleringsnet uit, waardoor zelfs toepassingen met een laag risico onder de wet kunnen vallen. Deze overregulering creëert onzekerheid voor ontwikkelaars, maakt het moeilijk te bepalen welke regels van toepassing zijn en ontmoedigt innovatie in domeinen die nauwelijks risico’s met zich meebrengen.
De hoge nalevingskosten werken bovendien extra in het nadeel van startups. Conformiteitsbeoordelingen, uitgebreide documentatie en voortdurende monitoring (allemaal verplicht onder de AI-wet) leggen een enorme administratieve en financiële last op kleinere bedrijven. Terwijl industrie-giganten deze kosten kunnen absorberen, worden startups met beperkte middelen onevenredig zwaar getroffen.
Dan is er nog de kwestie van vertraagde markttoegang. De uitgebreide Europese regelgeving vertraagt de ontwikkelingscyclus van AI, waardoor het voor wendbare startups vrijwel onmogelijk wordt om wereldwijd te concurreren, waar snelheid allesbepalend is. In een sector waarin een first-mover advantage cruciaal is, kunnen deze bureaucratische vertragingen de ondergang betekenen van Europese AI-bedrijven.
Als de grootste en rijkste technologiebedrijven de AI-wet al te beperkend vinden, wat voor kans maken kleinere bedrijven dan?
Zelfs Big Tech huivert. Meta heeft onlangs zijn AI-assistent, Meta AI, uitgeschakeld voor Europese gebruikers vanwege “regulatoire onzekerheid.” OpenAI beperkt stilletjes de toegang tot voice cloning-tools in de EU, en Google’s Gemini vermijdt hele markten uit angst voor nalevingsproblemen. Dit zijn geen kleine spelers die moeite hebben om bij te blijven—dit zijn biljoenenbedrijven die simpelweg besluiten dat de Europese regels te complex, te riskant of te duur zijn om na te leven.
Ondertussen vertrekt talent massaal. Europese AI-onderzoekers trekken steeds vaker naar Silicon Valley of Shenzhen, waar financiering ruim voorhanden is en experimenteren niet wordt belemmerd door preventieve bureaucratie en juridische vaagheid. De onduidelijke classificaties van AI-risiconiveaus in de AI-wet zorgen ervoor dat ontwikkelaars voortdurend twijfelen over hun eigen innovaties, waardoor naleving eerder een gokspel wordt dan een helder stappenplan.
In haar poging om de wereldleider in regelgeving te zijn, dreigt Europa zichzelf volledig buitenspel te zetten in de AI-race.
De Geopolitieke Inzet: De VS en China Lopen Voorop
De wereldwijde race om AI-dominantie versnelt, waarbij de Verenigde Staten en China elk unieke strategieën hanteren die hen een voorsprong geven op Europa.
Verenigde Staten: Privésector en Deregulering als Drijfveer: In de VS wordt de AI-sector aangedreven door innovatie vanuit de particuliere sector. Bedrijven zoals OpenAI, Anthropic en Google lopen voorop met geavanceerde modellen zoals GPT-4, Claude 3 en Gemini. De Amerikaanse overheid heeft bewust ingezet op minimale regelgeving, waardoor een vruchtbare omgeving ontstaat voor AI-onderzoek en -ontwikkeling. In een belangrijke stap om AI-infrastructuur te versterken, heeft president Donald Trump onlangs het Stargate-initiatief aangekondigd, een gezamenlijk project van OpenAI, SoftBank en Oracle. Dit initiatief omvat een investering tot $500 miljard in AI-infrastructuur, inclusief de bouw van datacenters en energieopwekkingsfaciliteiten verspreid over de VS. Deze strategische zet onderstreept de toewijding van de Amerikaanse regering om AI-ontwikkeling te versnellen en de leidende positie in de wereldwijde AI-race te behouden.
China: Staatsgestuurde Ambities en Snelle Implementatie: China’s AI-strategie wordt gekenmerkt door sterke overheidssteun en een focus op snelle uitrol. De Chinese overheid heeft aanzienlijke middelen toegewezen aan AI-initiatieven, waaronder een $50 miljard semiconductorfonds om de technologische infrastructuur te versterken. Bedrijven zoals DeepSeek ontwikkelen uiterst geavanceerde modellen op een efficiënte en kosteneffectieve manier. China’s vooruitgang wordt versneld door soepelere regelgeving rondom data, waardoor AI-technologieën snel kunnen worden geïntegreerd in uiteenlopende sectoren. Dit pragmatische beleid stelt Chinese bedrijven in staat om innovaties razendsnel te implementeren en op te schalen, terwijl Europa worstelt met complexe regelgeving en bureaucratie.
Europa: Het Risico om Afnemer in Plaats van Leverancier te Worden: In tegenstelling tot de VS en China loopt Europa het risico slechts een afnemer van AI-technologie te worden, in plaats van een leverancier. Ondanks een grote consumentenmarkt en een overvloed aan talent, blijft de EU achter bij de wereldleiders op het gebied van AI. De grootste obstakels zijn een overmatige focus op risico’s en strikte regelgeving die innovatie verstikt. Dit leidt ertoe dat baanbrekende AI-tools, zoals OpenAI’s Operator, niet beschikbaar zijn in de EU vanwege trage en beperkende regelgeving. Hierdoor wordt Europa steeds minder competitief op de wereldmarkt. Zonder een actief beleid om eigen AI-kampioenen te cultiveren, dreigt Europa afhankelijk te worden van buitenlandse technologieën voor cruciale toepassingen – van gezondheidszorgalgoritmen tot defensiesystemen. Dit betekent niet alleen economisch verlies, maar ook een verzwakking van de strategische autonomie van Europa in een tijd waarin AI een steeds grotere geopolitieke rol speelt.
Het Lichtpunt: Europa’s Tegenoffensief
Niet alle hoop is verloren. Een nieuwe golf van investeringen en ambitie is in opkomst, met name onder leiding van Frankrijk.
Macrons €109 miljard-initiatief: Frankrijk maakt van AI een nationale prioriteit onder leiding van president Emmanuel Macron. Hij heeft een investeringsplan van €109 miljard aangekondigd om de AI-capaciteiten van het land te versterken. Dit initiatief omvat aanzienlijke financiering van internationale investeerders, waaronder €50 miljard van de Verenigde Arabische Emiraten en €20 miljard van het Canadese bedrijf Brookfield. Een aanzienlijk deel van deze middelen is bestemd voor de ontwikkeling van geavanceerde datacenters, waarbij gebruik wordt gemaakt van de Franse nucleaire energie-infrastructuur om efficiënte en duurzame stroomoplossingen te bieden. Deze strategie vergroot niet alleen de rekenkracht, maar positioneert Frankrijk ook als een koploper in milieuvriendelijke AI-ontwikkeling.
Het €200 miljard InvestAI-programma van de EU: Als aanvulling op nationale inspanningen heeft de Europese Unie het InvestAI-initiatief gelanceerd, met als doel €200 miljard te mobiliseren voor AI-ontwikkeling. Dit programma richt zich op de oprichting van AI-gigafabrieken, grootschalige faciliteiten die zijn uitgerust met de nieuwste technologie om geavanceerde AI-modellen te trainen. Het initiatief streeft naar samenwerking tussen de lidstaten, vermindering van de afhankelijkheid van externe techreuzen en het waarborgen van Europa’s concurrentiepositie in het snel evoluerende AI-landschap.
Het EU-Inc-initiatief: zakelijke harmonisatie binnen Europa: Om de concurrentiekracht verder te versterken, heeft een online gemeenschap onder leiding van Philipp Herkelmann het idee van "EU-Inc" voorgesteld, een uniforme, digitaal georiënteerde besloten vennootschapsstructuur voor de Europese Unie. Dit initiatief wil de uitdagingen van gefragmenteerde nationale regelgeving aanpakken door een gestandaardiseerd ondernemingskader te creëren dat wordt beheerst door EU-regels. Belangrijke kenmerken zijn onder meer geen minimumkapitaalvereiste, flexibele aandelenstructuren en gestroomlijnde grensoverschrijdende operaties. Het voorstel is bedoeld om bedrijven gemakkelijker in meerdere EU-lidstaten te laten opereren en zo innovatie en economische groei te stimuleren.
Leren van China’s DeepSeek: Europa haalt ook inspiratie uit internationale succesverhalen. Zo heeft China’s DeepSeek aangetoond dat aanzienlijke AI-vooruitgang kan worden geboekt met slankere, kosteneffectieve modellen. Deze benadering benadrukt de mogelijkheid voor Europese startups om efficiënt te innoveren, mits ze de regelgeving effectief navigeren.
Met deze gezamenlijke inspanningen streeft Europa ernaar niet alleen de achterstand in te halen, maar ook een leidende rol te spelen in de mondiale AI-race, waarbij innovatie wordt gebalanceerd met ethische overwegingen en strategische autonomie.
Een Oproep tot Reguleringsbalans: Leren van Fouten
Het strikte vroege kader van de AI Act vereist dringende herziening. Frankrijk dringt al aan op uitzonderingen om startups te beschermen, met het argument dat "innovatie niet kan floreren onder angst." Mogelijke verbeteringen omvatten:
Reguleringssandboxes: De AI Act stelt de oprichting voor van gecoördineerde AI ‘reguleringssandboxes’ in EU-lidstaten. Dit zijn gecontroleerde omgevingen waarin bedrijven AI-systemen kunnen ontwikkelen, testen en valideren onder toezicht van nationale autoriteiten voordat ze op de markt komen. Deze aanpak stelt innovators in staat om nieuwe technologieën te experimenteren en tegelijkertijd te voldoen aan de regelgeving. Daarnaast biedt het regelgevers waardevolle inzichten in opkomende technologieën, wat een evenwichtige toezichtstrategie bevordert.
Publieke Datacommons: Om de last van het verkrijgen van hoogwaardige, auteursrechtvrije data te verlichten, zou de EU door de staat gefinancierde databanken kunnen oprichten. Deze publieke datacommons zouden startups toegang bieden tot uitgebreide datasets die nodig zijn voor het trainen van AI-modellen, waardoor kosten worden verlaagd en innovatie wordt gestimuleerd. Dit soort initiatieven zorgt ervoor dat kleinere ondernemingen de middelen hebben om concurrerende AI-oplossingen te ontwikkelen zonder de hoge kosten van data-acquisitie.
Talent Fast Lanes: Het aantrekken en behouden van toptalent in AI is cruciaal voor Europa’s concurrentiepositie. Door gestroomlijnde visumprocedures en belastingvoordelen voor AI-professionals en onderzoekers in te voeren, kan de EU een aantrekkelijkere bestemming worden voor wereldwijd talent. Deze maatregelen zouden helpen bij de opbouw van een sterk AI-ecosysteem, samenwerking bevorderen en versnelling van innovatie in de regio ondersteunen. Het is juist de immigratie waar Europa zich in kan onderscheiden ten opzichte van de VS (die steeds meer gesloten wordt voor immigranten) en China (waar immigratie bijna onmogelijk is), maar dan moet het wel een vruchtbaar innovatie-ecosysteem bieden.
Door deze strategieën te omarmen, kan de EU een evenwicht vinden tussen ethische normen en een dynamische, innovatievriendelijke omgeving voor AI-ontwikkeling.
De Kans: Europa’s Agentische AI-Frontier
Hoewel de EU achterloopt in de ontwikkeling van fundamentele AI-modellen, ligt de volgende golf van AI-innovatie nog open: Agentische AI, autonome systemen die kunnen handelen, redeneren en samenwerken. In tegenstelling tot traditionele AI-modellen, die voortdurend menselijke input vereisen, kunnen deze AI-"agenten" taken end-to-end uitvoeren, van het beheren van toeleveringsketens tot het automatiseren van klantenservice.
Deze verschuiving naar Agentische AI is precies waarom ik deze nieuwsbrief ben gestart. Als ontwikkelaar en ondernemer op het snijvlak van AI en automatisering heb ik uit eerste hand gezien hoe agentische systemen industrieën kunnen transformeren. Terwijl het AI-debat vandaag de dag vooral draait om grote taalmodellen, ligt de echte kans in het ontwerpen van AI die niet alleen tekst genereert, maar autonoom handelt om echte problemen op te lossen. Europa, met zijn sterke positie in robotica, industriële automatisering en ethische AI, is bij uitstek geschikt om deze transformatie te leiden.
Waarom Agentische AI?
Lagere Computatievereisten: In tegenstelling tot grootschalige foundation-modellen, die enorme GPU-clusters vereisen, is agentische AI ontworpen om modulair en efficiënt te zijn. Deze systemen richten zich op taakgerichte redenering in plaats van brute-force rekenkracht, waardoor ze goedkoper zijn in implementatie en toegankelijker voor startups.
Aansluiting bij Europese Expertise: Europa is al decennialang een wereldleider in robotica, IoT en industriële automatisering—exact de domeinen waar agentische AI tot bloei kan komen. In tegenstelling tot de VS, waar AI voornamelijk consumentgericht is, kan Europa AI ontwikkelen die fabrieken verbetert, logistiek optimaliseert en de volgende generatie slimme infrastructuur aandrijft.
Ethisch Leiderschap: De EU’s focus op vertrouwen, veiligheid en transparantie is een concurrentievoordeel. In een wereld die steeds sceptischer wordt over de ondoorzichtigheid van AI-beslissingen, kan Europa de voorkeurspartner worden voor verantwoorde, uitlegbare AI waar bedrijven en overheden op kunnen vertrouwen.
Agentische AI bevindt zich nog in de pioniersfase. Terwijl de VS de fundamentele AI-modellen domineert en China vooroploopt in schaal, kan Europa zijn eigen leiderschapspositie innemen door intelligente, autonome systemen te ontwikkelen die de reële economie aandrijven.
Dit is de missie achter de Agentische AI Design nieuwbrief: onderzoeken hoe AI-agenten industrieën kunnen hervormen, nieuwe ondernemingskansen kunnen ontsluiten en de volgende golf van innovatie kunnen aandrijven. Europa heeft nog steeds een kans om deze race te winnen. Maar het moet nu handelen.